Historisch Gasteren in de Huiskamer
Van Neanderthaler tot Homo sapiens, van grafheuvels tot kringgrepurnenvelden en van turfsteken tot de befaamde tjasker; er kwam heel wat voorbij in de Huiskamer op 20 april.
Er waren veel mensen naar de Huiskamer gekomen voor de presentatie van Herman en Henk van de werkgroep Historisch Gasteren. We waren met 24 personen. Herman vertelde dat Neanderthalers (40.000 jaar geleden) en jager-verzamelaars (12.000 jaar geleden) de omgeving van Gasteren al aandeden. Op de es worden daarvan nog steeds pijlpunten enz. gevonden.
Rond 3000 voor Chr. vestigden zich voor het eerst permanent mensen in het gebied rond Gasteren: de hunebedbouwers. De hunebedden zijn in een periode van 200 jaar gebouwd, daarna niet meer. Maar de mensen bleven wel, alleen hun begravingsmethoden veranderden.
Vanaf 1500 voor Chr. zijn er weer tastbare getuigenissen van bewoning. Professor van Giffen heeft in 1939 opgravingen gedaan bij 44 grafheuvels en kringgrepheuvels (greppels gegraven rond de urn met menselijke crematieresten, waar de grond uit de greppel over de urn heen gedeponeerd werd) en de resultaten van zijn onderzoek werden gepubliceerd in de Drentse Almanak van 1945. De laatste grafheuvel dateert van ca. 100 na Chr. Herman liet een kaart zien met de verschillende grafheuvels. De vondsten uit deze grafheuvels zijn opgeslagen in het depot van het Drents Museum. We begrepen dat het een hele uitdaging was voor de werkgroep om toegang te krijgen tot het depot, een soort bunker, maar dat het Arnold destijds gelukt was toestemming te krijgen voor een bezoek van de werkgroep. We zagen verschillende urnen en schalen met decoraties kenmerkend voor de trechterbandcultuur.
Over de periode van 100 tot 1298 (het jaar dat Gasteren voor het eerst in een schriftelijk document wordt genoemd) is zeer weinig bekend. De werkgroep gaat zich ook over deze periode buigen en hoopt daar meer kennis over te vergaren.
Henk liet ons foto’s zien van de Egelantier, het vakantiehuis van de familie Buist, gebouwd door Hendrik Berkepies, de vader van Anna Vedder. In de oorlog heeft daar een familie uit het westen gewoond. De zoon, Jan Cent, ging hier in Gasteren op school. Niemand van de bezoekers had enige herinnering aan deze familie uit het westen. Op de foto’s konden we zien dat er toen geen boom rond het huis te zien was. Je keek uit op het kale Achterste Veen.
Herman en Henk hadden verschillende gereedschappen bij zich die vroeger gebruikt werden bij het turfsteken. Het was bijzonder zwaar werk, vooral als het veen nog nat was. En daar kwam dan de befaamde tjasker (een kleine watermolen) om de hoek kijken; de molen zorgde voor de afvoer van water bij hoge waterstand in het Voorste Veen, anders werd het er te nat om turf te steken. Maar of die tjasker nu aan de zuidkant van het Voorste Veen bij de Aalstalsweg of in het verlengde van de ijsbaan stond, daarover bestaat verschil van mening. Ook de bezoekers van de Huiskamer konden geen uitsluitsel geven.
Iedereen vond het een bijzonder interessante ochtend. We waren weer heel wat te weten gekomen en het was leuk om ook de inbreng vanuit de Huiskamer te horen.
We hopen dat Herman en Henk weer naar de Huiskamer komen als ze wat te weten zijn gekomen over de periode van 100 na Chr. tot 1298.
Op woensdag 4 mei vindt in de Huiskamer heel toepasselijk een lezing plaats door medewerkers van Onderduikersmuseum Nieuwlande met verhalen over onderduikers en hun gastgezinnen.