Koffieschuim

Het is tegenwoordig de gewoonste zaak van de wereld, dat je naar de kapper gaat in een kapperssalon of – dat kan ook – dat je de kapper thuis laat komen. Vroeger werd er ook wel op het land geknipt, wanneer men daar aan het werk was, vertelt Mien(ie) Pots-van Rein, de nu 92-jarige tante van Jannie Moerker-Pepping, nu wonende in Rolde, maar geboren en opgegroeid in Gasteren, en nog immer helder van geest. Mien heeft van 1932 tot 1951 in Gasteren gewoond, eerst op Oosteinde 22 en later op Westeinde 13. Ze kan zich nog goed herinneren, dat kapper Willem Oostland uit Annen naar Gasteren kwam om te knippen en mannen ook wel te scheren. Oostland had in die tijd een kapperszaak aan de Zuidlaarderweg 100. In dat pand is nog steeds een kapperszaak gevestigd. 

Op een dag kwam hij voor Fre Pieters die toen op Westeinde 2 woonde, in de boerderij waarin nu de familie Doeven woont. ‘Hij is niet thuis,’ zei zijn vrouw toen de Anner kapper op de stoep stond, ‘hij is aan het werk op het land.’ Voor de kapper was dat geen probleem. Hij ging wel het land op. Zo gezegd, zo gedaan en Pieters werd mooi tussen de korenschoven gekortwiekt. Of de kapper hem ook wel wilde scheren, vroeg Pieters. Kon volgens de kapper ook wel, maar was er wel ergens water om hem in te zepen? Nee, dat hadden ze niet bij zich. Maar er was wel koffie, was dat ook goed? Geen probleem voor kapper Willem Oostland en Pieters werd ingezeept met in koffie opgeklopte scheerzeep. Misschien is Pieters met dit koffieschuim wel nooit zo glad geweest. Maar dat weet tante Mien niet. Het zou echter zo maar kunnen zijn.

 

Henk Hellema tekende bovenstaand verhaal op uit de mond van Jannie en Flip Moerker. Op de foto de familie Oostland (1937) met van links naar rechts Willem, Roelf, Jantje en Fenna.